Rasstandaard

Standaard van de Grote Zwitserse Sennenhond (Grosser Schweizer Sennenhund)
Standaard Nr 58 09.04.1993

Algemeen beeld

De Grote Zwitser is een driekleurige hond, robuust, voorzien van stevig bot en met een sterke spierontwikkeling. Ondanks zijn gewicht en grootte is hij beweeglijk en beschikt hij over een groot uithoudingsvermogen.

Lichaamsverhouding (formaat)

Romplengte / Schofthoogte = 10/9
Borstdiepte / Schofthoogte = 1/2 Hersenschedellengte / Aangezichtsschedellengte = 1/1
Hersenschedelbreedte / Aangezichtsschedelbreedte = 2/1

Karakter en gedrag (aard)
- zeker, opmerkzaam, waakzaam en onbevreesd in alledaagse situaties
- goedmoedig en aanhankelijk in de omgang met vertrouwde personen, zelfverzekerd tegenover vreemden
- gemiddeld temperament

Uiterlijke kenmerken

Hoofd
Krachtig, maar in harmonie met het lichaam, dus niet te zwaar. Het hoofd van een reu is duidelijk massiever dan dat van een teef…

Neusspiegel
Zwart

Lippen
Weinig ontwikkeld en aansluitend, zwart.

Gebit
Volledig, krachtig schaargebit.

Ogen
Donkerbruin, amandelvormig, met goed aansluitende oogleden.

Oren (behang)
Driehoekig, licht afgerond, hoog aangezet, middelgroot, in rust vlak aanliggend.

Hals
Krachtig, gespierd, middellang.

Lichaam
Krachtig, compact.

Borst
Tot aan de elleboog reikend, breed, met duidelijke voorborst; borstkas van breed-ovale doorsnee.

Rug
Vast en recht.

Lendenpartij
Breed en krachtig.

Kruis
Vloeiend afgerond.

Buik
Niet opgetrokken.

Staart
Dichtbehaard, minstens tot het spronggewricht reikend, in rust hangend, in de beweging zwevend op rughoogte gedragen, of licht daarboven.

Voorhand
Algemeen: In stand tamelijk breed, van voren gezien recht en parallel.

Schouders
Lang, krachtig en schuingeplaatst, met de opperarm een niet te stompe hoek vormend, aanliggend en goed bespierd.

Voormiddenvoeten
Bijna loodrecht in stand, sterk.

Voeten
Kort, rond en gesloten; tenen goed gewelfd.

Achterhand
Algemeen: In stand van achteren gezien recht, niet te nauw, achtermiddenvoeten en voeten naar binnen noch naar buiten gedraaid; wolfsklauwen moeten verwijderd zijn.

Dijbenen
Tamelijk lang, van opzij gezien met het onderbeen een duidelijke hoek vormend, breed, krachtig en goed bespierd.

Spronggewrichten
Krachtig en goed gehoekt.

Gangwerk
Ruime gelijkmatige bewegingsafloop in alle gangen: uitgrijpende, ruime pas voor en goede stuwing vanuit de achterhand; in draf (van voren en van achteren gezien) bewegen de ledematen in een rechte lijn.

Beharing
- Vachtstructuur: Lang, sluik of licht gegolfd
- Vachtkleur: Diepzwarte grondkleur met diepe, bruinrode brand aan de wangen, boven de ogen, aan alle vier de benen en op de borst.
- Witte aftekeningen als volgt: Zuivere symmetrische hoofdaftekening: de bles verbreedt zich naar de neus toe aan beide zijden tot een witte snuitaftekening. De bles mag niet tot aan de vlekken boven de ogen reiken, de witte snuitaftekening hoogstens tot aan de mondhoeken. Witte, matig brede, doorlopende hals- en borstaftekening. Witte voeten en witte staartpunt gewenst. Kleine witte nekvlek en kleine witte aarsvlek toegestaan.

Grootte
- Reuen 64-70 centimeter schofthoogte (ideaal 66-68 centimeter)
- Teven 58-66 centimeter schofthoogte (ideaal 60-63 centimeter)

Fouten
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als fout worden beschouwd. De beoordeling daarvan moet in juiste verhouding staan tot de ernst van de afwijking, afhankelijk van in hoeverre aan wezenlijke zaken afbreuk wordt gedaan.
- licht botwerk; ondervoorbeet en bovenvoorbeet
- het ontbreken van andere tanden ten hoogste tweemaal PI (premolaren), de M3 blijven buiten beschouwing
- entropion, ectropion, zadelrug, overbouwd kruis, aflopende ruglijn
- krulstaart, knikstaart
- duidelijk kroeshaar
- onzekerheid/instabiliteit, agressiviteit

Kleur-en aftekeningsfouten
- ontbrekende witte hoofdaftekening
- te brede bles en/of witte snuitaftekening die duidelijk verder reikt dan de mondhoeken
- grote witte nekvlek
- witte halsring
- wit aan de voorbenen dat duidelijk reikt tot boven het midden van de middenvoet (laars)
- storend asymmetrische aftekening aan hoofd en borst
- onzuiver wit (sterke pigmentvlekken)
- bruine of rode vleug over de zwarte grondkleur

Van beoordeling uitsluitende fouten
- gespleten neus
- blauw oog (glasoog/porseleinoog), blauw vlekjes in de iris (Birkauge)
- kort (stok)haar
- het ontbreken van een driekleurenpatroon
- anders dan zwartgekleurde mantel

N. B. Reuen moeten twee normale testikels hebben, die volledig in het scrotum zijn ingedaald.